De Limes Tripolitanus: inleiding

Een fort langs de Limes Tripolitanus: Gheriat esh-Shergia

[Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het tijdschriftje dat Livius Onderwijs enige tijd uitgaf, Momentum.]

De Romeinse machtovername in Tripolitana verliep rommelig. De veroveraars bemachtigden het droge noordwesten van Libië toen ze Jugurtha hadden verslagen (105 v.Chr.) en behielden het omdat het nu eenmaal belastbaar was. Maar ze hadden nooit nagedacht over de consequenties van de annexatie van de drie steden Sabratha, Oea en Lepcis, en stonden daarom al snel voor een lastig probleem: de nomaden in het achterland.

De Garamanten woonden ’s winters in het zuidwesten van het huidige Libië, waar enkele vochtige gebieden zijn en waar ze een grote stad hadden gebouwd, en brachten hun kuddes in de zomer naar Tripolitana. Daar leverde hun vee mest aan de boeren en dienden hun dromedarissen als trekdier, terwijl zij zelf olijven plukten en zuivel, weefsels en artikelen uit subsaharaal Afrika ruilden tegen stedelijke nijverheidsproducten.

De gang van zaken was tot ieders voordeel, maar spanningen kwamen voor. Geen boer is blij als een geitenkudde de gewassen opvreet, wat bij het verweiden onvermijdelijk gebeurde. Escaleerden zulke spanningen, dan veranderden de dagloners in roverbenden die dankzij hun dromedarissen enorme gebieden onveilig konden maken. De door Tacitus beschreven oorlog tegen Tacfarinas (17-24) is door zijn grootschaligheid niet representatief, maar kleinere, even wijdverspreide conflicten moeten vaak zijn voorgekomen.

En dat was het probleem dat Rome met de annexatie van Tripolitana erfde: hoe verdedig je met trage zwaarbewapende infanteristen het platteland tegen bereden vijanden die kunnen toeslaan waar ze willen? Het werd tijd na te denken over een verdedigingsmanier: de Limes Tripolitanus.

[Wordt vervolgd]

Deel dit: